Het gebouw met de 209 woningen is opgebouwd met twintig verschillende woningtypes, die in grootte variëren van 70 tot 160 m2. Onder het complex bevindt zich een parkeerkelder voor de bewoners met bergingen en fietsenstalling. Zo wordt het maaiveld niet overmatig belast met parkeerruimte en is de entree van de woningen comfortabel en toegankelijk. De woningen zijn ontsloten met portieken, die tussen de appartementen in liggen. Hiermee is de noordgevel geparcelleerd ondersteund met verschillende baksteen kleuren.
De geluidwering in deze noordgevel gericht op de provinciale weg is gemaakt als “dove gevel” op basis van verschillende geveloplossingen. De verscheidenheid in de vensteroplossingen draagt bij aan de architectonische identiteit van de gevels. Hiermee is een eigentijdse vertaling van het binnenstadse gevelbeeld gerealiseerd.

De ‘laagbouw’ van 6 bouwlagen is ontkoppeld van de toren zelf, zodat de winddruk vanuit de zuidwestzijde voldoende ruimte heeft om te ‘ontsnappen’ en hinderlijke tocht bij de toren wordt beperkt.
Bovenin de toren bevinden zich de dubbellaagse penthouses met briljant uitzicht over de stad en de voormalige Zuiderzee. De woningen zijn gegroepeerd rondom een binnentuin, die is ingericht op gezamenlijk gebruik. Zo hebben alle woningen in het complex toegang tot een buitenruimte met stadse stilte.